Noord-Brabants Archeologisch Genootschap


Oosterhout
Verslag contactdag 20-06-2010

Verslag van de Archeologische Contactdag van zondag 20 juni 2010, georganiseerd door de Archeologische Sectie van het Noordbrabants Genootschap i.s.m. Brabants Heem in theater de Schelleboom te Oosterhout.


Opening

Deze 42e contactdag werd kort na elven geopend door Peter van Nistelrooij, voorzitter van de Archeologische Sectie. Hij sprak een welkomstwoord en gaf het woord aan Carla Bode, wethouder van de gemeente Oosterhout. Zij sprak o.a. over het pas geopende Huis voor Erfgoed Oosterhout, over de Schelleboom en over het onderzoek in de Contreie. Zij wenste ons een geslaagde dag.

Een blik in de zaal


Inleiding archeologie Oosterhout

Als eerste sprak Nico Dijk (gemeentelijk archeoloog) die een algemene inleiding gaf van de archeologie van Oosterhout waarbij hij, beginnend in de middeleeuwen, terugging in de tijd. Hij besprak de langdurige bewoningscontinuïteit, de Romeinse tijd met zeker twee concentraties (Molenbuurt en Contreie). In de ijzertijd en de bronstijd zijn er zeker twee akkercomplexen geweest, de Leijsen Akkers en de Contreie. Uit de steentijd kennen we slechts sporadische bewoning, het oudste materiaal is er misschien wel maar is moeilijk te herkennen binnen de Formatie van Sterksel.


Oosterhout in de middeleeuwen

Hans Koopmanschap (Oranjewoud) besprak Oosterhout in de middeleeuwen. Hij gaf achtereenvolgens een introductie, het kader, de onderzoeksgeschiedenis, de twee schatten van Oosterhout en formuleerde tenslotte enige vragen. Het gaat om een belangrijk gebied op de grens van dekzand en veen. In de onderzoeksgeschiedenis verwijst hij naar het werk van A. van de Lee, J.H. Verhagen, J. Oomen, M. Bahaioui, de samenwerking met het Itho, de eerste stadsarcheoloog P. Kleij en diens opvolger N. Dijk. Bij de schatten van Oosterhout gaat het om het kasteel van Oosterhout (de Slotbossche toren). Die heeft lange tijd dienst gedaan als steengroeve. Vanaf 1985 is er onderzoek gedaan met o.a. proefsleuven. Er is heel veel materiaal, vooral roodbakkend aardewerk, in de collectie van de gemeente terechtgekomen maar het is slechts summier gedocumenteerd en er is maar één veldtekening. Recent is de collectie goed beschreven. Verder gaat het om het onderzoek van Steelhoven (1999 - 2002), met vondsten van de late bronstijd tot de middeleeuwen. Dit is uitgewerkt en er verschijnt een rapport. Dat er nog veel te doen overblijft maakte hij meer dan duidelijk.

Hans Koopmanschap


Pottenbakkers van Oosterhout

Tenslotte besprak Nico Dijk (gemeentelijk archeoloog) de pottenbakkers van Oosterhout. Het huidige theater de Schelleboom was vanaf de 17e eeuw een pottenbakkerij en daarvan zijn veel sporen bewaard, zoals resten van een oven onder de glazen podiumvloer. Hij liet de sporen zien en gaf er uitleg bij, bijv. de isolatie, de leemkelder, de draaiput en de oven. De ruime aanleg van Oosterhout (weinig brandgevaar), de aanwezigheid van grondstof, het product gebruiks- aardewerk, het glazuren, de vervoers-mogelijkheden en andere pottenbakkerscentra kwamen aan de orde en tenslotte de achteruitgang en het verdwijnen ervan. Er is nog nauwelijks over gepubliceerd. De Schelleboom is de enige 17e eeuwse Nederlandse pottenbakkerij die bewaard is gebleven.


Bezoek aan de opgravingen op De Contreie

Daarna begaven we ons naar het opgravingsterrein waar tegelijk een open dag werd gehouden, perfect georganiseerd door archeoloog Evert van Ginkel. Hij leidde ook ons rond over het terrein langs een aantal kuilen met plattegronden, langs demonstratiekramen en een kleine tentoonstelling van vondsten. Het Romeinse gedeelte was al niet meer te zien evenals de grondsporen van een grafheuvel. Over de open dag is in de plaatselijke pers en in BN / De Stem uitvoerig gepubliceerd.

De Contreie

De Contreie

De Contreie

De Contreie

De Contreie

De Contreie


Nawoord

Hoewel jammer genoeg de belangstelling minder was dan tijdens de laatste studiedag (concurrentie van o.a. vaderdag) kunnen we terugzien op een geslaagde contactdag van een uitstekend niveau.

Gérard de Laat, namens de Archeologische Sectie van het NBG