Noord-Brabants Archeologisch Genootschap


4 recente grootschalige opgravingen in Noord-Brabant
Verslag studiedag 21-10-2012

Verslag van de najaarsstudiedag: "4 recente grootschalige opgravingen in Noord-Brabant" (Berkel-Enschot, Nistelrode, Oosterhout en Uden), gehouden in Café-Zaal 't Vrijthof te Oirschot op zondag 21 oktober 2012, georganiseerd door de Archeologische Sectie van het Noordbrabants Genootschap i.s.m. Brabants Heem.


Opening

Al ruim voor 10.00 uur komen deelnemers in 't Vrijthof aan. Daar krijgen we het bericht dat de eerste spreker, drs. Roy van Mousch (projectleider BAAC) over Berkel-Enschot, wegens ziekte verhinderd is. Er moet dus worden geïmproviseerd. De volgorde van de vier presentaties (zie boven) verandert in: Nistelrode, Oosterhout, Berkel-Enschot en Uden. De bezoekers ontvangen samenvattingen van de lezingen, samen acht blz.

Peter van Nistelrooij, voorzitter van de Archeologische Sectie kan toch om 10.30 uur de dag openen met een welkom, hij wijdt enige woorden aan de invloed van de crisis op de werkgelegenheid voor archeologen (er wordt minder gebouwd) en geeft het woord aan dagvoorzitter André Velthausz die voor de laatste keer als zodanig optreedt. Hij geeft de veranderingen in het programma door en geeft dan het woord aan de eerste spreeksters.


Opgraving "de Zwarte Molen" te Nistelrode

wordt besproken door drs. Gudrun Hensen en drs. Marlien Janssens (RAAP Zuid-Nederland). Zij wisselen elkaar af, beiden in "schoon Vloms". Het gaat om het gebied tussen de A50 en Nistelrode, op ongeveer 15 km van Oss, gelegen op een horst waar sporen uit de ijzertijd t/m de volle middeleeuwen zijn aangetroffen. Er is een lange onderzoekstraditie, verwezen wordt naar de bronsschat. RAAP heeft er 2,8 ha opgegraven en wel 165 structuren gevonden, vooral uit de ijzertijd. Volgend jaar verschijnt het eindrapport.

Uit de Romeinse tijd vallen de porticuswoningen op, met de hypothese dat het veteranenwoningen zijn geweest uit de tweede of vroege derde eeuw. Laatromeins ontbreekt. Uit de vroege middeleeuwen is een gouden triëns met kruis (Metz 620-640) opvallend. Er zijn veel middeleeuwse sporen en plattegronden gevonden maar weinig vondsten. Wel vrij veel tefriet. Meegebracht glas wordt overhandigd aan François van den Dries die er zijn licht over mag laten schijnen. Er worden nog vragen gesteld over de porticuswoningen: is er in die context sprake van Romeinse militaria of dakpannen? Antwoord: weinig. De powerpointpresentatie was bijzonder fraai met veel kaarten, opgravingsvlakken, plattegronden, overzichten, reconstructies en vondsten.

Drs Gudrun Hensen / Drs Marlien Janssens


Opgraving "de Contreie" te Oosterhout

Drs. Wouter Roessingh (ADC) bespreekt een opgraving van bijna 14 ha, ten noordwesten van Oosterhout langs de Herstraat. Met de hoogtekaart wordt de ligging van dekzandruggen en lagere delen verduidelijkt. Er wordt verwezen naar Jac. Verhagen, pionier van het onderzoek op de Houtse Akkers en naar de vondst van vijf urnen door het echtpaar Schoenmakers. Spreker behandelt het gebied vanaf de steentijd (die vrijwel afwezig is) tot de moderne tijd. Hij toont een typische boerderijplattegrond uit de midden-bronstijd en een mooie reconstructie ervan. In het zuidoosten is een complete paalkransgrafheuvel gevonden. Hij behandelt uitgebreid het urnenveld en de bewoningssporen uit bronstijd en ijzertijd.

Ook Romeins is aanwezig maar na de tweede eeuw houdt het op. Pas vanaf de 12e eeuw is er weer bewoning; veel plattegronden, een kavelsysteem, een schaapskooi en veel aardewerkvondsten. Opmerkelijk is een schuttersputje van begin november 1944. West-Brabant was beslist niet leeg. In de wijk die hier gebouwd wordt komen veel archeologische namen. Er wordt nog gevraagd naar de oriëntatie van de sporen: bij de huizen is die veelal oost-west. Het urnenveld ligt op de flank van de dekzandrug die zelf loopt van zuidoost naar noordwest. Ook bij deze presentatie krijgen we veel mooi beeldmateriaal te zien. Hierna volgt de middagpauze waarin 't Vrijthof ons een prima lunch verstrekt.

Drs Wouter Roessingh


Opgravingen te Berkel-Enschot

Guido Vanden Eijnde en Eugene Ball vallen in met gebruikmaking van de door R. van Mousch gemaakte powerpointpresentatie. Ook hier ligt de nadruk op het rijke beeldmateriaal, van kaarten en plattegronden tot voorwerpen. Guido begint met een overzicht van de vondstlocaties rond Tilburg, verder wisselen beiden elkaar af. Hij beschrijft de landschappelijke context van de opgraving van 6 ha aan de Enschotsebaan op de dekzandrug Tilburg-Oisterwijk. Het betreft ijzertijd en middeleeuwen. Op de hoogtekaart zien we de geleidelijke verplaatsing van de bewoning van de hogere naar de lagere delen. Met een sporenkaart en diverse plattegronden wordt dit duidelijk gemaakt. Vondsten van slakken en hamerslag wijzen op een smidse in het midden van het gebied. Er is weinig aardewerk uit de vroege fase. In het lagere deel wijst en groot kuilencomplex mogelijk op leemwinning. Na een lang bewoningshiaat is er continuïteit vanaf de 8e eeuw. In de 10e eeuw zien we ook hier de bekende bootvormige huizen verschijnen. De Enschotse kerk is de oudste in de regio Tilburg. Op kaarten zien we hoe waarschijnlijk vanuit een omgreppeld perceel de verkaveling is ontstaan, de bocht in de Enschotsebaan hangt hier ook mee samen. Wat de vondsten betreft zijn delen van een ruiterspoor en een weegbalans interessant.
.
Eugene Ball / Guido van den Eynden


Opgraving te Uden (noord)

De laatste spreker is drs. Tiziano Goossens (Archol). Deze opgraving was nodig i.v.m. de bouw van een ziekenhuis. In 2007 is er al een vooronderzoek geweest. Het gebied ligt op de Maashorst op een flinke zandrug, de vondsten liggen goed beschermd onder een esdek. Uit de bronstijd en ijzertijd zijn diverse sporen gevonden (één huis) en wat aardewerk. Er was sprake van zwervende erven en verbouw van graan. Uit de Romeinse tijd zijn 18 huisplattegronden aangetroffen en veel sporen van bijgebouwen, putten en palenrijen. Een flinke nederzetting. De bewoning was toen honkvast. De huizen zijn onderling nogal verschillend, zo is er een porticushuis van 35m lengte. Er is alleen gebruik gemaakt van plaatselijk bouwmateriaal. Slakken wijzen op metaalproductie aan de rand van de nederzetting. Opvallende vondsten zijn munten en een zaag. Men veronderstelt dat de bewoners producten geleverd hebben aan de Romeinen, o.a. te Nijmegen. Er volgt nog een vraag en enige discussie over de metaalvondsten. Evenals bij de vorige lezingen krijgen we hier veel fraai beeldmateriaal te zien.

Drs Tiziano Goossens


Sluiting

Iets vroeger dan gepland wordt de dag door Peter van Nistelrooij afgesloten. Met ongeveer 55 aanwezigen was het een redelijk bezochte, qua inhoud een zeer geslaagde studiedag.

Namens de Archeologische Sectie, Gérard de Laat.